+31 (0) 786399533 info@quiteright.nl

Valbeschermingsmiddelen

Vallen is extra riskant bij werkzaamheden op 2,50 meter of hoger. Dat is dan ook de grens voor het verplicht gebruik van valbeschermingsmiddelen. Vanaf deze hoogte gelden Europese richtlijnen die bijvoorbeeld stelt dat ladders voor deze hoogte niet meer gebruikt mogen worden. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn altijd noodzakelijk als collectieve voorzieningen voor valbeveiliging onvoldoende mogelijk zijn.
Voor risico’s bij vallen blijkt rommel op de steigervloeren en aandacht voor de risico’s het belangrijkste preventiemiddel. Dit behoort dan ook een onderdeel te zijn van werkinstructies en veiligheidsplannen. Veel valpartijen ontstaan doordat afval is blijven liggen, gereedschap rondslingert of materialen ‘even’ in de looproute zijn opgeslagen.

Veiligheidsgrens: 2,50 meter

Vanaf 2,50 meter spreekt men van werken op hoogte. Dan zijn er specifieke extra maatregelen ter beperking van de gevolgen van valgevaar nodig. Een val vanaf deze hoogte kan ernstige gevolgen hebben. Bij werk op een hoogte van minder dan 2,50 meter zijn valbeschermingsmiddelen ook verplicht wanneer er sprake van een verhoogd valrisico is, bijvoorbeeld bij werken boven water, op verkeerswegen of nabij uitstekende delen. Valgevaar dient altijd ( bij elke hoogte, in een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) te worden meegenomen als een potentieel risico.

Arbeidshygiënische strategie

Als er op hoogte gewerkt moet worden, zijn volgens de arbeidshygiënische strategie (een hiërarchisch stelsel van beheersmaatregelen voor risico’s) de volgende niveaus van beveiliging mogelijk:
Een werkplek moet bij voorkeur permanent worden aangepast door bijvoorbeeld vaste balustrades of leuningen te plaatsen.
Er moeten tijdelijke voorzieningen worden getroffen, zoals steigers of verplaatsbare dakrandbeveiliging. De organisatie dient erop gericht te zijn valgevaar als continue actief risico te beschouwen.
Onder open gaten moeten zo nodig vangnetten worden gehangen. 
De planning moet zo worden ingericht dat tijdens een bouwproject zo snel mogelijk vaste trappen worden geplaatst.
Wanneer de voorgaande collectieve voorzieningen niet mogelijk blijken, dan is persoonlijke valbeveiliging noodzakelijk.
Persoonlijke valbeschermingsmiddelen.
Als collectieve maatregelen niet afdoende zijn, dan is persoonlijke valbeveiliging noodzakelijk. 
Doelmatige valbeschermingsmiddelen beperken de volgende risico’s:

  • Vallen van hoogte;
  • Abrupt breken van de val (klap)
  • Afknelling door de harnas van de vallijn.

Valbeschermingsmiddelen moeten uit drie onderdelen bestaan. De werksituatie bepaalt welke valbescherming de voorkeur verdient.

  • Een vast en stevig bevestigingspunt voor de beveiligingskabel;
  • Een harnas dat de medewerker via een kabel verbindt met het bevestigingspunt; en
  • Een valstopapparaat of valdemper.

Een positioneringslijn mag uitsluitend worden gebruikt als gebiedsbeperking en nooit in situaties waarbij een val mogelijk is. Door de juiste lijnlengte te bepalen kan men voorkomen dat iemand in een gevaarlijk valgebied terecht komt.
Valbeschermingsmiddelen dienen regelmatig gekeurd te worden of na een ongeval hiermee.